Er zijn van die momenten dat me ineens iets duidelijk wordt en ik midden in een soort storm terechtkom. Na de mooie gesprekken hierover met verschillende mensen wordt het weer helder. Hoe ik inkrimp van de oordelen over elkaar, die ik om mij heen hoor rondvliegen. Lachen om anderen, gekke geintjes, afkeuring, en de vele andere manieren waarop het gebeurt. Ieder oordeel voelt als grote en kleinere pijnlijke pijlen. Ik merk de boosheid in mijzelf en had niet meteen door dat ik zelf in een oordelende spiraal kwam over die ander, over hoe die oordeelt.
Tot ik het zie. Het zijn mijn eigen oordelen over hoe we allemaal liefdevol met elkaar om zouden moeten gaan. Een beschermingsmechanisme waar ik nu ook in ervaar hoe dit eigenlijk over mij gaat. Ik wil dat mensen liefdevol, open en respectvol met mij omgaan. En als ze oordelen, ook al is het over een ander, dan zijn ze een bedreiging, ook of misschien wel juist voor mij.... Adem in, adem uit....
En dan? Ik kom eerst in allerlei conflicten terecht die mij tonen dat ik ineens met lege handen sta, ik weet niet hoe dit te doen. In mijn eigen geschiedenis was ik dat meisje met die bril, de beugel en de andere redenen waarom ik gepest werd. De bril verdween door lenzen, de beugel had zijn werk gedaan, ik droeg alleen nog maar zwarte kleding, en mijn gedrag was pleasend en vlak geworden.
Nu ben ik ouder en heb inmiddels veel geleerd heb over mezelf en deze dynamieken in mij en de wereld en nu sta ik daar weer, onhandig, boos als een puber, gefrustreerd en onmachtig de ander af te keuren op zijn pijnlijke opmerkingen of oordelen. Moet ik het dan accepteren, negeren...
Mijn oordelen is een manier om die ander of het in mijn ogen negatieve gedrag eruit te gooien en er niets mee te hoeven. Ik geef af op die persoon of zijn gedrag bij anderen die wel veilig voelen, die zijn het dan met mij eens. Zo voel ik mij weer oké. Toch zie ik vanuit hier ook hoe er ook een wij-zij sfeer ontstaat hierdoor. Iets wat ik zelf eigenlijk verafschuw, creëer ik nu zelf. Auw. En dan komt de oordelen stroom over mezelf op gang en is het feest compleet. Ieder oordeel is een uiting van iets anders. Een onzekerheid over de oordelaar, een pijnpunt in zijn of haar leven, een reactie op de ander, een gevoel van minderwaardigheid, pijn dat met pijn bestreden wordt... er zijn vele redenen.
De weg eruit is dat ik het in mij stop. En dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Ik kan het stoppen met oordelen niet forceren. Oordelen komen op, of ik dat nu wil of niet. Ik zie daarmee vooral wat ik te houden heb in mij.
Het oordelen kan alleen maar stoppen in mij, ik hoef ze letterlijk niet uit te spreken, ik kan ze onderzoeken in mij, of gewoon met rust laten. En de pijlen die om mij heen vliegen? Die kan ik soms vangen en bespreekbaar maken, of ze laten vliegen omdat het niet mijn oorlog is. En iedere keer dat ik aan ga, onderzoeken wat in mij geraakt wordt. Het is alles wat ik weggedrukt heb wat op deze manier zich aandient, als ook onze collectieve schaduw die zich via ons allen aandient, en de keuze is aan jou en mij wat we ermee doen.
Daarmee denk ik ook niet dat de oplossing is te stoppen met oordelen, maar vooral met elkaar te hebben over die oordelen en waar ze voor staan, wat ze beogen, wat ze veroorzaken. Het is het doorbreken van de angst van dat jonge meisje in de brugklas die nog altijd in mij leeft. Ik ben het haar verschuldigd nu wel in ieder geval iets te doen, de kleinst mogelijke stap.
~Marieke
Reactie plaatsen
Reacties