Na een waterval aan woorden en heftige energie valt hij eindelijk even stil. Hij voelt zich opgesloten en vertrouwt niemand. Hij voelt zich niet alleen opgesloten, hij is het ook. Na een incident met agressie is hij overgeplaatst naar een high care afdeling. Hij wil nu terugkomen naar de afdeling waar hij zat, maar op zijn voorwaarden, en dat gaat niet. De medicatie maakt hem gek zegt hij, en dus neemt hij het niet en zonder medicatie is hij zo in de war dat zelfs zijn zinsopbouw niet langer begrijpelijk is en is hij heel wantrouwend en vecht hij eigenlijk voor zijn leven, althans zo beleeft hij dat.
Ineens kijkt hij me aan, wil je koffie? vraagt hij? Nou, lekker, dank je wel. Dan moeten we naar de keuken, heb jij de sleutel? Ik schud mijn hoofd. Helaas, zeg ik. Ik werk hier niet hé. Samen gaan we een sleutel vragen. Ik besef me ineens hoe het moet zijn om zo afhankelijk te zijn. Ik krijg een sleutel mee en hij laat me de keuken zien. Daar verandert zijn houding en lijkt hij wat meer te ontspannen. Met allebei een bakje koffie wandelen we terug en ga ik aan tafel zitten. Hij niet, hij vertrouwt niemand en houdt alles in de gaten.
Na zijn vele verhalen zijn we een beetje uitgepraat, maar hij wil wel dat ik nog even blijf. Ik blijf rustig zitten en ineens komt hij bij me aan tafel zitten. Hij zegt ook niets meer. Samen zitten we daar zeker een minuut of 10 en langzaam voel ik de energie zakken. De heftigste agitatie lijkt te zakken. Het gaat niet meer gebeuren dat ik vandaag met je mee ga, hé, vraagt hij ineens. Nee, zeg ik. Dat gaat niet.
Het valt weer stil. Het is een stoere vent om te zien, en als we zo zitten, even helemaal in de stilte, raakt het mij hoe verdwaald hij is, hoe de agressie zijn verdriet overschaduwt. Hoe groot hij zich moet maken, hoe klein hij zich werkelijk zal voelen. Wist je maar hoe een prachtige vent je bent, denk ik. Hoeveel liefde er in jou leeft, hoeveel je de wereld eigenlijk te geven hebt. Dan zou je mij en alle mensen om je heen niet steeds hoeven bevechten, dan zou je niet die schilden met stekels op hoeven zetten continu. Dan zou je me niet vertellen hoe kapot de wereld is, waarbij ik voel hoe kapot jij voelt. Pffff
We zijn al heel en compleet, maar soms kan iemand daar werkelijk geen contact meer mee maken, en dan kan die weg nog een hele klus zijn, en is het maar de vraag of dat in dit leven te realiseren is. Duizenden dimensies kan hij voelen, en in al die dimensies is van alles gaande. Zijn wantrouwen en alertheid is dan niet zo gek. Ik heb wel eens andere dimensies ervaren en weet hoe beangstigend dat kan zijn als je niet weet wat er gebeurt en hoe je moet leren laveren. Wat als dat nooit meer weg gaat. Wat als het trauma ooit zo overweldigend is geweest, wat als er niemand was die warmte kon geven, niemand die jou kon leren hoe je omgaat met al die emoties, angsten en verdriet. Het enige wat je leerde was schreeuwen, je woede tonen en manipuleren om te krijgen wat je wilt.
Je bent zo'n prachtig mens, kon jij maar zien wat ik nu zie, zo even in de stilte. Muziek schettert ergens uit een computer:
"Voor wie die alles denkt, maar te weinig uitspreekt
Voor wie moe is, niet in slaap komt, eeuwig ligt te woelen
Voor zij die willen leunen onder de mensen als warme dekens
Voor wie niet weet wie hij is, altijd onzeker
Wij zijn de leegte
Wij willen weten hoe ons te vullen
Wij zijn de leegte
Wij willen weten hoe ons te vullen
https://www.youtube.com/watch?v=cL0oqsYEZVk
Ik moet weer gaan, laat ik hem weten. Ja, dat is goed. Doe ze de groeten daar. Hij zal het echt menen, en ergens voel ik ook hoe hij wenselijk gedrag poogt te laten zien, in de hoop snel weer mee te mogen. En ik ben alle strijd en de agressie niet vergeten van de afgelopen maanden.
Ik gun hem alles, en dus een terugkomst. Tegelijkertijd gun ons een veilige werkplek, en de andere cliënten een veilige plek voor herstel.
Pfffff....... en met een diepe zucht loop ik terug naar de afdeling.
~Marieke
Reactie plaatsen
Reacties